MUSE-beeld van het Hubble Deep Field South

Met het MUSE-instrument op ESO’s Very Large Telescope is de tot nu toe beste driedimensionale weergave van het verre heelal gemaakt. Door slechts 27 uur naar het Hubble Deep Field South te staren, zijn in dit kleine hemelgebied de afstanden, bewegingen en andere eigenschappen van meer sterrenstelsels gemeten dan ooit tevoren. De waarnemingen gaan verder dan die van de Hubble-ruimtetelescoop en laten objecten zien die nooit eerder zijn waargenomen.

De driedimensionale gegevens van MUSE kunnen worden gezien als een opeenstapeling van duizenden afzonderlijke opnamen op verschillende golflengten, die zich uitstrekken van het blauwe deel van het spectrum tot ver in het nabij-infrarood. Hier worden de beeldjes achter elkaar getoond, beginnend in het blauw. We kijken naar enkele nabije sterrenstelsels, waarvan de rotatie waarneembaar is: eerst verschijnt het deel van het sterrenstelsel die op ons af komen (en dus naar het blauw verschoven zijn) en dan het andere deel, dat van ons af beweegt (en dus naar het rood verschoven is).