Nieuwe technologie voor een scherpere toekomst

Tussen de boog van de Melkweg en de donkere berghelling van het La Silla Observatorium ligt de New Technology Telescope (NTT).

Deze ESO-telescoop heeft sinds 1989 onze nachtelijke hemel tot in de kleinste details geobserveerd en vastgelegd. Enkele van zijn recentere prestaties zijn de waarneming van het samensmelten van twee neutronensterren; een meer gedetailleerd inzicht in de structuur van planetoïden; de analyse van honderden planetaire nevels; en zelfs onderzoek naar planeten in verre zonnestelsels.

Telescopen met grotere primaire spiegels kunnen meer licht opvangen. Naarmate de spiegel groter wordt, wordt het echter moeilijker om de ideale vorm te behouden. Astronomen ontdekten dat met primaire spiegels met een diameter van meer dan vijf meter de beeldkwaliteit enorm afnam doordat de zwaartekracht ze uit vorm trok (NTT heeft een diameter van 3,5 meter en was bedoeld als een baanbrekend project om telescopen met grotere spiegels te kunnen bouwen). Actieve optiek, een idee van ESO-ingenieur Raymond Wilson, betekent dat een dunne en vervormbare primaire spiegel kan worden bestuurd door een ondersteuningssysteem dat kracht uitoefent om deze door zwaartekracht veroorzaakte vervormingen te corrigeren.

De verbeteringen aan sterrenkundig onderzoek vanaf de grond als gevolg van dit nieuwe ontwerp waren enorm. Actieve optiek werd het belangrijkste kenmerk van de NTT, die sindsdien fenomenen in de lucht tot in de kleinste details heeft bekeken. De actieve optiek van de telescoop werd al snel geïmplementeerd op de twee gesegmenteerde 10-meter telescopen van het Keck Obeservatorium in Hawaï. Het ontwerp van deze telescoop was revolutionair. Er worden nog steeds vorderingen gemaakt, waarbij vergelijkbare technologie wordt geïmplementeerd in enkele van de grootste telescopen ter wereld.