Gecombineerde SPHERE- en ALMA-opname van het materiaal rond V960 Mon

In het midden van deze foto staat de jonge ster V960 Mon, op meer dan 5000 lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Monoceros. De ster is omgeven door stofrijk waaruit planeten kunnen ontstaan.

De waarnemingen die zijn gedaan met het Spectro-Polarimetric High-contrast Exoplanet REsearch (SPHERE)-instrument van ESO’s VLT – op deze foto weergegeven in geel – laten zien dat het stofrijke materiaal dat om de jonge ster draait zich samenvoegt tot een aantal complexe spiraalarmen die zich uitstrekken tot afstanden groter dan ons hele zonnestelsel.

De blauwe gebieden geven gegevens weer die zijn verkregen met de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA), waarin ESO partner is. De ALMA-gegevens dringen dieper door in de structuur van de spiraalarmen en tonen grote stofklonten die zouden kunnen samentrekken en instorten om, via een proces dat ‘gravitationele instabiliteit’ wordt genoemd, reuzenplaneten ter grootte van Jupiter te vormen.