Persbericht
VLT detecteert eerste superstorm op exoplaneet
23 juni 2010
Astronomen hebben voor het eerst een superstorm gemeten in de atmosfeer van een exoplaneet, de bekende ‘hete Jupiter’ HD209458b. Zeer nauwkeurige waarnemingen van koolmonoxide laten zien dat dit gas met enorme snelheid van de extreem hete dagzijde van de planeet naar de koelere nachtzijde stroomt. De waarnemingen omvatten nog een andere bijzondere primeur: de meting van de baansnelheid van de planeet zelf, die een directe bepaling van zijn massa mogelijk maakt.
Dit resultaat verschijnt deze week in het tijdschrift Nature.
‘HD209458b is zeker geen plek voor doetjes. Door met grote nauwkeurigheid het giftige koolmonoxidegas te bestuderen, hebben we het bewijs gevonden voor een superwind die snelheden van 5000 tot 10.000 kilometer per uur bereikt,’ zegt Ignas Snellen, die het onderzoeksteam leidde.
HD209458b is een exoplaneet van ongeveer 0,6 maal de massa van Jupiter. Hij draait om een zonachtige ster in het sterrenbeeld Pegasus, op een afstand van 150 lichtjaar. De afstand tussen de ster en de planeet is twintig keer zo klein als die tussen zon en aarde. Hierdoor wordt de planeet sterk opgewarmd door zijn moederster: aan de dagzijde loopt de oppervlaktetemperatuur op tot ongeveer duizend graden. Maar omdat de planeet altijd dezelfde kant naar de ster toekeert, is de ene helft van de planeet heel heet, terwijl de andere helft veel koeler is. ‘Op aarde leiden grote temperatuurverschillen in de atmosfeer onvermijdelijk tot veel wind,’ zegt teamlid Simon Albrecht. ‘En zoals onze nieuwe metingen laten zien, is de situatie op HD209458b niet anders.’
HD209458b was elf jaar geleden de eerste exoplaneet die met behulp van de zogeheten transitmethode werd ontdekt. Om de drieënhalve dag beweegt de planeet vóór zijn moederster langs, waardoor er gedurende drie uur een klein beetje sterlicht wordt tegengehouden. Tijdens zo’n planeetovergang gaat een minieme fractie van het sterlicht door de planeetatmosfeer, die daardoor een zwakke vingerafdruk in het sterlicht achterlaat. Een team sterrenkundigen van de Universiteit Leiden, het Nederlandse expertise-instituut voor ruimteonderzoek SRON en het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in de VS heeft deze zwakke vingerafdruk gedetecteerd en geanalyseerd met behulp van ESO’s Very Large Telescope en zijn krachtige CRIRES-spectrograaf. Alles bij elkaar is de planeet vijf uur waargenomen op momenten dat hij zich vóór zijn ster bevond. ‘CRIRES is het enige instrument ter wereld dat spectra kan afleveren die scherp genoeg zijn om de posities van de koolmonoxidelijnen tot een nauwkeurigheid van 1 op 100.000 vast te stellen,’ aldus medeteamlid Remco de Kok. ‘Deze hoge nauwkeurigheid stelt ons voor het eerst in staat om de snelheid van het koolmonoxidegas met behulp van het dopplereffect te bepalen.’
De astronomen hebben nog meer primeurs op hun naam geschreven. Ze hebben een directe meting gedaan van de snelheid waarmee de exoplaneet om zijn moederster draait. ‘Doorgaans wordt de massa van een exoplaneet bepaald door de schommelbeweging van de moederster te meten en een theoretische massa voor de ster aan te nemen. Maar in dit geval hebben we ook de beweging van de planeet zelf kunnen meten, waardoor we de massa van zowel de ster als de planeet konden bepalen,’ zegt medeauteur Ernst de Mooij.
Ook konden de astronomen meten hoeveel koolstof er in de atmosfeer van deze planeet zit. ‘Het lijkt erop dat HD209458b net zo koolstofrijk is als Jupiter en Saturnus. Dat kan erop wijzen dat hij op dezelfde manier is ontstaan,’ aldus Snellen. ‘In de toekomst zullen astronomen wellicht in staat zijn om dit soort waarnemingen te gebruiken om de atmosferen van aardachtige planeten te onderzoeken, om vast te kunnen stellen over er ook elders in het heelal leven is.’
Meer informatie
Dit onderzoek is gepresenteerd in een artikel dat deze week in het tijdschrift Nature verschijnt: ‘The orbital motion, absolute mass, and high-altitude winds of exoplanet HD209458b’, door I. Snellen et al.
Het onderzoeksteam bestaat uit Ignas A. G. Snellen en Ernst J. W. de Mooij, (Leidse Sterrewacht), Remco J. de Kok (SRON, Utrecht) en Simon Albrecht (Massachusetts Institute of Technology, VS).
ESO, de Europese Zuidelijke Sterrenwacht, is de belangrijkste intergouvernementele sterrenkundeorganisatie in Europa, en het meest productieve astronomische observatorium ter wereld. ESO wordt ondersteund door 14 landen: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. ESO voert een ambitieus programma uit, gericht op het ontwerp, de bouw en het beheer van krachtige grondobservatoria die astronomen in staat stellen om belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen te doen. ESO speelt ook een leidende rol bij het bevorderen en organiseren van samenwerking op sterrenkundig gebied. ESO beheert drie waarnemingslocaties van wereldklasse in Chili: La Silla, Paranal en Chajnantor. Op Paranal staat ESO’s Very Large Telescope (VLT), de meest geavanceerde optische sterrenwacht ter wereld. Ook is ESO de Europese partner van de revolutionaire telescoop ALMA. Daarnaast is ESO momenteel bezig met ontwerpstudies voor de 42-meter Europese Extremely Large optische/nabij-infrarood Telescoop (E-ELT), die ‘het grootste oog op de hemel’ ter wereld zal worden.
Links
Contact
Ignas Snellen
Leiden Observatory
Leiden, The Netherlands
Tel: +31 63 00 31 983
E-mail: snellen@strw.leidenuniv.nl
Henri Boffin
ESO, La Silla, Paranal and E-ELT Press Officer
Garching, Germany
Tel: +49 89 3200 6222
Mob: +49 174 515 43 24
E-mail: hboffin@eso.org
Rodrigo Alvarez (press contact België)
ESO Science Outreach Network
en Planetarium, Royal Observatory of Belgium
Tel: +32-2-474 70 50
E-mail: eson-belgië@eso.org
Over dit bericht
Persberichten nr.: | eso1026nl-be |
Naam: | HD209458b |
Type: | Milky Way : Planet : Special Cases : Hot Jupiter |
Facility: | Very Large Telescope |
Instruments: | CRIRES |
Science data: | 2010Natur.465.1049S |