22 januari 2014
De mogelijkheid om meer te zien dan met alleen onze ogen heeft mensen altijd gefascineerd. Sinds de uitvinding van de telescoop, zo’n 400 jaar geleden, zijn ze in alle soorten en maten gebouwd. Al deze telescopen hebben heel verschillende doeleinden.
Weinig mensen weten dat de eerste telescopen rond 1600 in Nederland zijn uitgevonden. Ze werden toen gebruikt om vijandelijke schepen van veraf te bespeuren. De eerste persoon die door een telescoop de sterrenhemel bekeek was de beroemde Italiaanse wetenschapper Galileo Galilei. Hij was de eerste persoon die veel wonderlijke eigenschappen van ons zonnestelsel zag, zoals de kraters op de Maan en Jupiters vier grootste manen.
Net als 400 jaar geleden gebruiken astronomen nu telescopen om de geheimen van ons heelal te ontrafelen. Een voorbeeld daarvan is de VST-telescoop. Deze telescoop tuurt diep onze Melkweg in. Hij wordt gebruikt om onze kosmische achtertuin in kaart te brengen en zo te begrijpen hoe die is ontstaan.
Deze enorme panoramafoto is gemaakt door de VST. Op de foto is de Lagunenevel te zien, een van de vele indrukwekkende vergezichten in de Melkweg. De Lagunenevel is een gigantische wolk van gas en kosmisch stof met een grootte van wel 100 lichtjaar! Dat is 5 miljoen keer zo groot als de afstand tussen de Zon en de Aarde.
De VST is een speciale telescoop omdat hij een groot deel van de hemel in één keer kan bekijken. Hij is ontworpen om enorme hoeveelheden informatie uit de hele hemel te verzamelen. Daarna mogen alle astronomen deze informatie bestuderen.
Geinig weetje: De VST wordt ook gebruikt om het mysterie van donkere materie op te lossen, om zeldzame objecten te ontdekken, om het ontstaan van onze Melkweg te begrijpen en nog veel meer!